Strijd en trots (1874-1903)

De spellen die gemaakt zijn in de periode tussen 1874-1903 laten kenmerken van het modern imperialisme zien. Er worden in de bordspellen oorlogen uitgevochten die het gevolg waren van de drang van Europese landen om zoveel mogelijk grondgebied in bezit en onder controle te krijgen. Daarnaast is in één van spellen te zien dat modern imperialisme in verband staat met industrialisatie en nationalisme.

Uitbreiding invloed

De eerste contacten tussen 'Nederlanders' en de bewoners van de Indische archipel stammen uit de zestiende eeuw. De tijd waarin de VOC vooral geïnteresseerd was in handelsmogelijkheden. Vanaf het begin van de negentiende eeuw breidde Nederland de invloed steeds verder uit. De nadruk lag vooral op het eiland Java.

Halverwege de negentiende eeuw probeerden West-Europese landen hun invloed uit te breiden in Azië en Afrika. Drijfveren waren economisch en nationalistisch van aard. Kolonies leverden grondstoffen en aanzien op. Daarnaast vormden deze gebieden een afzetmarkt voor de Europese industrie.

Modern Imperialisme

In de periode vanaf 1870 probeerde de Nederlandse overheid de gehele Indische archipel onder controle te krijgen. In de meeste gebieden ging dat redelijk eenvoudig. De Nederlanders maakten afspraken met lokale vorsten en verleenden de lokale vorst bepaalde privileges op voorwaarde dat het Nederlandse beleid uitgevoerd kon worden. Vaak hadden de vorsten geen keus omdat ze niet opgewassen waren tegen de militaire overmacht van de Nederlanders.

De Atjeh Oorlog

De vorst van Atjeh (Sultan) weigerde zijn autonomie op te geven. Als reactie daarop organiseerde het Nederlandse leger een expeditie naar Atjeh. De eerste expeditie liep uit op een mislukking. In de tweede expeditie werd de Kraton, het paleis van de Sultan, veroverd. De sultan was verdwenen, maar de Atjeeërs waren allerminst verslagen. De daaropvolgende 40 jaar vindt er op Atjeh een guerrillaoorlog plaats. Deze strijd tussen het Nederlandse leger en de Atjehers wordt de Atjeh-Oorlog genoemd.

Atchin

Atchin verscheen in 1874. Het spel werd gepresenteerd als een 'nieuw vermakelijk' verovering-spel.

Het spel wordt door twee personen gespeeld. De ene speler probeert de Kraton te veroveren terwijl de andere speler dit probeert te voorkomen door de Kraton te blokkeren. Om het spel te winnen heb je spelinzicht nodig. De afloop van het spel staat niet vast. Zowel de Atjeers als de Nederlandse militairen kunnen het spel winnen.

Verovering Kraton

Het spel Atchin heeft betrekking op de beginfase van de Atjeh-oorlog. Nederlanders hadden op dat moment nog geen weet van de lange duur van dit conflict.

In het krantenbericht wordt verslag gedaan van de oorlogshandelingen. Ook hier is de toon optimistisch.

Dit bericht geeft ook informatie over de wijze waarop het nieuws over Atjeh-oorlog in Nederland terecht kwam.

Algemeen Handelsblad 12 januari 1874 (via Delpher.nl)

1. Beschrijf waarom de oorlog in Atjeh past bij Modern Imperialisme.

Volgens onderzoek was er eind negentiende eeuw sprake van een gevoel van westerse superioriteit. Europeanen hadden het idee dat ze verder ontwikkeld waren dan de bevolking van de koloniën.

2. Het krantenbericht geeft aan dat men vertrouwen heeft in een goede afloop van de Atjeh-oorlog heeft. Geef een verklaring voor deze optimistische houding.


Formulier

3. (*)Het spel Atchin geeft zowel de Atjeeërs als de Nederlandse militairen de mogelijkheid om het spel te winnen. Geef aan waarom de spelregels strijdig zijn met het idee van westerse superioriteit.

Toekoe Oemar Spel bron (Amsterdam Museum)

Toekoe Oemar Spel

Het Toekoe Oemarspel is een strategisch bordspel dat gespeeld wordt door twee spelers. Één speler vertolkt met één zwarte schijf de rol van Toekoe Oemar. De andere speler heeft 20 witte schijven waarmee hij de Nederlandse militairen vertegenwoordigt. Het doel van wit is het insluiten van zwart, terwijl zwart insluiting probeert te voorkomen door zoveel mogelijk witte schijven te slaan, zoals dat ook bij dammen gebeurt. Het spel is afgelopen op het moment dat zwart is ingesloten of wit geen stenen meer heeft. Volgens de handleiding zijn de winkansen voor beide kleuren gelijk.

Toekoe Oemar

Toekoe Oemar was een Atjehse legeraanvoerder die het Nederlandse leger de nodige kopzorgen bezorgde. Door zijn guerilla tactieken bracht hij de Nederlanders herhaaldelijk gevoelige nederlagen toe. Op een gegeven moment zocht Oemar toenadering tot de Nederlanders. Hij bood aan om samen te gaan werken om zo andere strijdgroepen aan te pakken. Oemar ontving hiervoor geld en wapens. Helaas voor de Nederlanders, bleek hij minder betrouwbaar dan verwacht. Hij ging er vandoor met het geld en de wapens. Onder de Nederlanders leidde dit tot grote verontwaardiging. Er ontstond een klopjacht die uitgebreid werd beschreven in de Nederlandse kranten.

Oemar werd in 1899 'toevallig' gedood toen hij in een hinderlaag liep. De actie was niet specifiek gericht op Oemar. Het enthousiasme in de Nederlandse kranten was er niet minder om.

Groepsportret met Teuku Umar en gevolg (collectie Tropenmuseum)

 

Bekijk het spelbord en de spelregels van het spel en lees de informatie over Toekoe Oemar

4. Er zijn overeenkomsten tussen het spel en de gebeurtenissen op Atjeh. Toon dit aan met twee voorbeelden.

5. Het gebeurt vaker dat een klopjacht op een persoon in de kranten (en andere media) uitgebreid wordt behandeld en gevolgd. Denk bijvoorbeeld aan Osama Bin Laden, die door de Amerikaanse regering verantwoordelijk werd gehouden voor de aanslagen op 11 september 2001. Benoem een verschil en een overeenkomst tussen de ‘jacht’ op Toekoe Oemar en Osama Bin Laden.

6. (*) Volgens postkoloniale theorieën werd de inheemse bevolking primitief, wild, onbeheerst afgebeeld om zo het contrast met Europese mensen te benadrukken. Geef aan in hoeverre die beelden naar voren komen in de wijze waarop Toekoe Oemar in het spel is afgebeeld.

(bron: Collectie Rijksmuseum)

Tentoonstelling Spel

In 1883 was Amsterdam het toneel van een internationale wereldtentoonstelling. De bezoekers konden als souvenir een ganzenbordspel mee naar huis nemen.

Door het spel te spelen loop je als het ware door de tentoonstelling. Spelers beginnen in het midden bij de ingang van de tentoonstelling. Het spel is klaar zodra een speler vakje 100 heeft bereikt.

Als op het spelbord wordt ingezoomd zijn de verschillende paviljoens goed zichtbaar. Bij de ingang van de koloniale tentoonstelling is een standbeeld van Jan Pieterzoon Coen te zien als een verwijzing naar het begin van de vorming van een koloniaal rijk.

Wereldtentoonstellingen

Wereldtentoonstellingen werden vanaf 1851 georganiseerd in grote Europese steden. Landen toonden zich van hun beste kant aan de bezoekers. Het gastland pakte extra groots uit om te laten zien waartoe het economisch en technologisch in staat was.

Ook de koloniale gebieden werden niet vergeten. In Amsterdam werden Indische en Surinaamse woningen nagebouwd en er werden zelf inwoners van de koloniën 'tentoongesteld' die deze woningen tijdelijk bewoonden. Voor veel bezoekers was dit de eerste kennismaking de bevolking uit een ander werelddeel.

De wereldtentoonstelling van Amsterdam was enorm populair. Maar liefst 1,4 miljoen mensen bezochten Amsterdam.

let ook op het beeld van J.P. Coen voor de ingang.

Een foto van de ingang van de koloniale tentoonstelling.

Bekijk de afbeeldingen en lees de teksten bij het Tentoonstellings-Spel

7. In de negentiende eeuw was er in West-Europa sprake van industrialisatie en opkomend nationalisme. Beschrijf aan hand van twee voorbeelden hoe je dit kunt zien in het spel.

8. Wereldtentoonstellingen worden nog steeds georganiseerd. Spelen industrialisatie en nationalisme nog steeds een rol bij wereldtentoonstelling?

Zoek naar het Surinaamse paviljoen op het speelbord. Zoek vervolgens het Engelse paviljoen. Er zijn contrasten zichtbaar als je beide paviljoens met elkaar vergelijkt.

9. (*)Geef met behulp van beeldelementen aan welke contrasten zichtbaar zijn. Geef een verklaring voor deze contrasten in het spel. Let hierbij op de gebouwen en plaats waar de personen zich bevinden en wijze waarop de personen weergegeven zijn.

Op het spelbord en de foto is een standbeeld te zien van J.P. Coen.

10. (*) Zoek op wie J.P. Coen was en geef een verklaring voor de verwijzingen naar Coen op de Wereldtentoonstelling van Amsterdam.